Tentoonstelling in H’ART
24 publieke werken van André Volten
TUIN ASTERDWARSWEG
1960. André Volten. Verticale constructie, ijzer
IJzeren balken
In de tuin van Atelier Volten in de Asterdwarsstraat staat de ‘Verticale constructie’, 1960.
De verticale balken hebben maar enkele verbindingspunten.
Je moet erom heenlopen om dat te zien.
In 1966 stond het kunstwerk (waarschijnlijk dat uit de tuin van Atelier Volten) in het Stedelijk Museum in de André Volten tentoonstelling.
Eén model, meer uitvoeringen
Was het een grotere versie die in die jaren bij een fabriek stond?
Deze versie van ‘Verticale constructie’ stond in het kantoor van Verzinkerij Joh. Vis, de fabriek die jarenlang alle werken van Volten heeft verzinkt. De fabriek stond op de Asterweg vlak bij het atelier.
Een kleine uitvoering (misschien het schaalmodel) staat nu in het plantsoen Stinsweg-Zwederlaan in Zwolle.
[Zwart-witfoto’s Ulkoja, archief SAV.]
ASTERDWARSWEG
1998. Bron en zetels, beton
Oorspronkelijk Mercatorplein, nu in het ‘Asterpark’ op het grasveld tussen Chrysantenstraat en Asterdwarsweg, Amsterdam
Een lastige opgave
De betonnen bron en de zetels op het grasveld bij het Atelier, stonden tussen 1998 en 2008 op het Mercatorplein.
Het lukte André Volten een werk te ontwerpen dat voor een deel op een hellend vlak stond, boven de ingang van de parkeercentrale.
9 van de 15 zetels kregen een schuine onderkant omdat ze op het hellende vlak werden geplaatst.
Op de maquette is het hellende vlak van de parkeergarage goed te zien.
Volten kwam in de fabriek de resultaten bekijken.
[Documentatie RKD]
GRASWEG/DISTELWEG
1996. De knoop
Gelakt en roestvrij staal
Hoog 1550 cm, diameter schakels 360 cm, diameter buizen 120 cm
Distelweg, hoek Grasweg, Amsterdam
Dit kunstwerk staat met één voet in het water en éen voet op het land. De schakels hebben een diameter van 3.60 m.
Doriann, Kransberg
Als er iemand bij dit kunstwerk staat, zie je pas hoe groot het is. Zo hoog als een huis met drie of vier verdiepingen.
Geen namen
In de volksmond werd dit werk vrijwel meteen ‘de knoop’ genoemd. Feitelijk is het geen knoop, maar zijn het twee schakels. In een brief aan Bert Schierbeek omschreef Volten zijn kunstwerk zo. Hij vroeg hem op basis daarvan een gedicht te maken.
Een verjaarscadeau
André Volten kreeg de grote uitvoering van zijn kunstwerk als cadeau na zijn 70ste verjaardag. Het werd hem aangeboden door een groot aantal ondernemers uit Amsterdam-Noord.
Alle gevers en genodigden kregen bij de onthulling een litho van het kunstwerk, met daarop het gedicht van Bert Schierbeek.
Er waren bij het kunstwerk oorspronkelijk drie granieten plaquettes met de namen van de bedrijven die meebetaald hebben aan het kunstwerk.
Foto: Peter Boer
[Documentatie RKD]
MUZIEKTHEATER
1986. Zonder titel
Muziektheater, Amstel 3, Amsterdam.
Roze graniet en baksteen, diameter 1800cm, hoogte 50 cm.
Hellend loopvlak en horizontaal zitvlak
Bij de ingang van de Stopera ligt een gesloten ring van 48 roze granieten segmenten. Het grondvlak van de ring is licht gekanteld, het plein helt in tegengestelde richting. Daardoor steekt een deel van de ring ver boven het straatvlak uit en ligt een ander deel verzonken.
Kunstwacht
De randen van het graniet zijn iets afgerond om beschadiging bij stoten te voorkomen. Bij andere kunstwerken streefde Volten juist volstrekt scherpe randen na.
Kunstwacht
Gebruik toegestaan
Volten hoopte erop dat dit werk zou uitnodigen tot gebruik. “Als je een dergelijk, bijna architectonisch element in die omgeving plaatst, dan moet het, vind ik, een bepaalde mate van bruikbaarheid hebben. Ik heb me de ring voorgesteld als en ring van ontmoetingen en een vrijplaats omdat het verkeer er niet kan komen. De ruimte die door de ring wordt omsloten, is een veilig gebied en daar moet van alles kunnen plaatsvinden, straattheater, maar ook het aanbieden van een petitie aan de burgemeester. En dan kunnen degenen die voor dat soort evenementen komen rustig op de randen zitten of staan.”
ROETERSTRAAT
1970, Zuil
Roeterstraat/Muidergracht, Amsterdam.
RVS, gestapelde half-cilinders die iets achteroverleunen
Hoogte 520 cm
Zuilen van Volten
Er staan in Nederland veel zuilen die door André Volten ontworpen zijn. De meeste daarvan laten een variatie van de cilindervorm zien.
Delpher
In 1968 liet André Volten al een aantal schaalmodellen van zuilen zien bij Galerie Swart in Amsterdam.
Brbbl
Daar stond onder andere het model van de zuil die nu aan de Roeterstraat staat, in het plantsoentje bij de Plantage Muidergracht.
In de André Volten-tentoonstelling in Rotterdam en Duisburg waren in 1975-76 veel modellen van zuilen te zien.
Wat je ziet is wat het is
Volten varieerde in zijn kunstwerken geometrische figuren door ze bijvoorbeeld te verzagen en de delen ervan te stapelen, te draaien of te laten hellen. In dit kunstwerk doet hij dat met verticaal doorgesneden buizen. Wat je ziet is de werking van de vorm en het materiaal tegen de achtergrond. De opengelaten ruimten binnen het kunstwerk en de ruimte die je er omheen heen ziet, spelen altijd mee.
Percentageregeling
Het kunstwerk werd met rijkssubsidie aangekocht bij de bouw van het B.C.P. Jansen Instituut van de Universiteit van Amsterdam. Daarbij werkten architect Norbert Gawronski en Volten nauw samen. Norbert Gawronski, de vader van de campus op het Roeterseiland, pleegde tot op hoge leeftijd jaarlijks onderhoud aan de voet van het kunstwerk.
[Delpher en Atelier Volten]
FREDERIKSPLEIN
1970. Winkler Prinsmonument (knakenpaal)
Frederiksplein, Amsterdam
13 m hoog, diameter 96 cm.
Aangeboden aan de stad
Bij het 100-jarig bestaan van de Winkler Prins encyclopedie bood Uitgever Elsevier de gemeente Amsterdam dit kunstwerk van André Volten aan. Het thema moest zijn: ‘Eenheid in veelheid’. Daar kon Volten wel wat mee.
Knakenpaal
Officieel heet de zuil ‘Winkler Prins monument’. In de volksmond werd het ‘de knakenpaal’. Maar de zuil tegenover de Nederlandse bank is meer dan een stapel rijksdaalders en kwartjes.
Ulkoja
Constructie
De schijven verschillen in dikte: de grote ringen worden naar boven toe in drie stappen dunner. De kleine schijven worden naar boven toe in drie stappen dikker.
De ‘kern’ van de kolom is buiten het midden geplaatst. Doordat de kleine schijven per stap een aantal graden rond de centrale as draaien, ontstaat de kronkelende ‘kern’.
Uit Elsevier-film
Klimpaal
Kinderen waren boos dat er een monument op hun speelterrein kwam te staan. Nog voor de onthulling klommen ze in de 13 meter hoge zuil. Daarom moest Volten tussen een aantal schijven plastic ringen plaatsen. Hij vond dat bedervend, maar er mochten natuurlijk geen ongelukken gebeuren. Op filmbeelden zie je dat de plastic ringen klimmen niet helemaal onmogelijk maakte.
Volten poseerde bij het vieren van zijn 70e verjaardag tijdens een rondrit langs zijn kunstwerken bij het Winkler Prins monument. De plastic ringen vond hij detonerend, erger was voor hem dat de glans van het RVS was verdwenen door zandstralen.
[Documentatie RKD]
TROMPENBURGSTRAAT
Brbbl
1972. Vier kolommen onder een hoek van 45°
Amsteldok, Trompenburgerstraat, Amsterdam
Constructie
Rvs-cilinders met een helling van 45°, ongelijk van lengte, zijn haaks tegenover elkaar geplaatst. De koppen van de cilinders zijn zeer fijn gepolijst en spiegelend. Bij metaal kan je door slijpen en polijsten extra effecten bereiken. Ook door de richting van het slijpen te veranderen.
Kosten
RVS-fabriek AVEDKO in Dordrecht leverde zowel het grote kunstwerk als een klein model ervan.
Mag je de compositie veranderen?
Het kiezen van de grootte van een kunstwerk en de plaatsing ervan bij een gebouw zag Volten als een onderdeel van het ontwerp. Bij het gebouw ‘Rivierstaete’ in de Trompenburgstraat stond het kunstwerk direct op het terras en met de langste buis parallel aan de lange gevel, ook parallel aan de straat.
Het gebouw heet nu ‘Amsteldok’ en is totaal van uiterlijk veranderd. Het kunstwerk staat nu een kwartslag naar rechts gedraaid op een andere plek op het terras, in een ‘plantenbak’ en met de langste buis haaks op de gevel.
Volten en zijn vrouw poseren bij de viering van zijn 70ste verjaardag tijdens een rondrit langs de kunstwerken bij het kunstwerk.
Vergelijking
Een ander kunstwerk met hellende buizen staat in Mannheim, als sierlijk sluitstuk van een luchtverversingsinstallatie. Oorspronkelijk stonden daar zetels bij die na verandering van het plein zijn weggelaten.
Een ontwerp voor de voetgangerszone in de Avenue of the Americas in New York is nooit gerealiseerd.
[Documentatie RKD]
BELLA VISTAPARK
1983. Drie gestapelde ruitvormige kubussen
Bella Vistapark, Amsterdam
RVS, de ribben zijn 2 meter
Bij dit GEB-gebouw werd in 1983 een kunstwerk van André Volten geplaatst. Na sloop van ervan bleef het kunstwerk achter. Het staat nu in het Bella Vista park dat daar na de sloop werd aangelegd.
Steeds een andere vorm
Door om het kunstwerk heen te lopen, zie je dat de vlakken telkens van vorm veranderen. Zodanig dat je het vanuit een andere hoek gezien nauwelijks herkent.
Constructie
Volten ‘tekende’ een model in zijn hoofd en met zijn handen: door het te maken. Werktekeningen die bewaard zijn gebleven, zijn altijd van de constructeur die het model groot moest uitvoeren. Daarbij ging het ook om het fundament. Want de werken in de openbare ruimte moesten altijd gefundeerd worden.
Positioneren
Voor het bepalen van grootte en positie van een kunstwerk, maakte Volten altijd een maquette, vaak schaal 1:100. Op de foto van de maquette is goed te zien hoe het gebouw gepositioneerd was ten opzichte van de watertoren en het kunstwerk ten opzichte van het gebouw. Die ‘spanning’ is verdwenen doordat het gebouw werd gesloopt en het kunstwerk bleef staan.
[Documentatie BPD]
AMSTELVEENSEWEG
1983-86. Spiegel van de hemel
BPD-kantoor, Amstelveenseweg, Amsterdam
Hoogte 20 meter
Constructie
Het zijn twee met de voet tegen elkaar geplaatste vierkante balken. De balken hellen licht in tegenovergestelde richting, en ze zijn beide in tegengestelde richting ‘gewrongen’ waardoor ze zich langs elkaar strengelen.
Niet in de tuin
De directeur van Bouwfonds Nederlandse Gemeenten zag het schaalmodel van dit kunstwerk in het atelier van André Volten. Die vond het niet geschikt voor de tuin bij het kantoor in Hoevelaken. Het kunstwerk had een grote vrije ruimte nodig.
Daarom liet het Bouwfonds tegenover het kantoor in een bosrand een ruimte vrij maken. Daar werd het kunstwerk geplaatst. Volten zei daarover: “Voor sommige dingen moet een omgeving gezocht worden, of gemaakt zelfs. Want dan zou je kunnen zeggen, er bestaat een mooie gestalte, welke omgeving zou er zich met of zonder ingrepen toe lenen om die daar neer te zetten zodat die zich daar een plaats verwerft.”
Koninklijke Saan
Verhuizing
Het Bouwfonds werd in 2006 opgesplitst in verschillende ondernemingen. Bouwfonds Property Development (BPD) verhuisde naar het voormalige Burgerweeshuis van architect Aldo van Eyck aan de Amstelveenseweg in Amsterdam en wilde het kunstwerk meeverhuizen.
BPD
Restauratie
Voordat het zover was, moest het eerst opgeknapt worden. De vlakken van het kunstwerk waren oorspronkelijk niet in één stuk met RVS bekleed, maar met aan elkaar gelaste platen. Die waren losgeraakt zodat het later nodig was de platen met stalen banden vast te zetten. Dat was geen gezicht.
BPD
De NAM lost het op
De Noord Amsterdamse Machinefabriek wist het zeer ingrijpende karwei te klaren. De vlakken van de balken zijn nu alle met een lange plaat RVS bekleed. Iets wat Volten bij de constructie al had gewild. Zijn voorspelling dat die los zouden raken was uitgekomen.
Het kunstwerk staat nu glimmend naast het gebouw van BPD aan een drukke verkeersweg.
[Foto’s o.a. BPD]
SURINAMEPLEIN
1968. Zonder titel
Twee gezaagde, gedraaide en gestapelde cilinders in RVS
Herkomst
Het kunstwerk werd oorspronkelijk gemaakt voor de RAI in Amsterdam, stond bij PTT-Telecom Den Haag en is sinds 2009 door bemiddeling van Art Zuid geplaatst op de hoek Minervalaan-Stadionkade in Amsterdam.
Constructie
De knikken zijn gemaakt door de buizen te verzagen met een lichte hoek ten opzichte van de as. Bij elke knik is de zaagrichting 900 gedraaid.
Door bij het stapelen telkens een van de snijvlakken 180 graden te draaien ontstaan de naar verschillende kanten hellende knikken in de cilinders.
Vergelijking
Het kunstwerk is verwant aan de kring van zeven geknikte zuilen die Volten in 1969-70 voor de HTS aan de Veldzichtlaan in Haarlem maakte.
In de collectie van Atelier Volten bevinden zich modellen van andere werken met geknikte cilinders. Bijvoorbeeld een werk dat Volten voor de Haagse Arc heeft gemaakt.
SURINAMEPLEIN
1980-82. Vijf elementen
Oorspronkelijk Jaarbeursplein Utrecht, herplaatst in 2015 op het Surinameplein, Amsterdam
Brons
Rob Versluys
Jaarbeursplein Utrecht
In 1980-82 werden op het jaarbeursplein vier kunstwerken van André Volten geplaatst:
• Een 26 meter hoge gespleten zuil.
• Een 50 meter lange luifel op zes poten.
• Twee halve cirkels van trapsgewijs oplopende granieten blokken.
• Een positionering van sculpturen van brons.
Helaas is daar op die plek tegenwoordig niets meer te zien.
Kunstwacht
Surinameplein in Amsterdam
Het Jaarbeursplein is nu volgebouwd en de bronzen sculpturen werden door Art Zuid naar Amsterdam gehaald. Ze staan nu op het grasveld van de grote rotonde. Je ziet het gewicht er niet aan af.
Constructie
Het werk is opgebouwd uit drie open schuin afgesneden cilinders. Elke daarvan is twee helften verdeeld. In het werk zijn die twee helften op drie verschillende wijzen gegroepeerd:
• staand en liggend op elkaar gestapeld,
• staand en liggend over elkaar heen geplaatst
• staand elkaar deels overlappend.
Roestige modellen in Atelier Volten, voor de foto gegroepeerd.
WILTZANGHLAAN
1965-66. Constructie in DIN 30
Wiltzanghlaan, Amsterdam
Schetsen met metaal
In de jaren zestig heeft André Volten een tiental H-balk-werken voor de openbare ruimte gemaakt. Hij maakte voor elk van die werken daarvoor altijd eerst een schaalmodel. Meestal in DIN 10. DIN betekent (Deutsche Industrie Normung) 10 geeft de hoogte aan in cm.
Werkwijze
Eerst werden de balken verzaagd, daarna gelast tot er een model was dat hem beviel. Na verzinken (tegen roest) kregen de H-balken hun zwarte uiterlijk door die aan te smeren met kachelpoets, een mengsel van lijnolie, grafiet en een beetje petroleum.
Van model naar kunstwerk
Het Centraal Museum in Utrecht bezit het schaalmodel van dit kunstwerk. Dat was de ‘schets’ of ‘bouwtekening’ die gebruikt werd om het grote model te construeren. Vaak gebeurde dat in de Noord Amsterdamse Machinefabriek (NAM) op de Asterweg, vlak bij het atelier.
Elk H-balkenwerk van Volten kreeg een eigen karakter. Door er omheen te lopen, kan je zien dat het kunstwerk van alle kanten dat ritme van gesloten en open behoudt.
Ulkoja
1961
Dit driedelige kunstwerk is waarschijnlijk het eerste ruimtelijke H-balkenwerk dat Volten maakte. Je ziet daarin goed de wijze waarop hij aanvankelijk de H-balken als open kubussen stapelde. Door ze te kantelen en te verdraaien ontstond een dicht/open effect. Dat bleef hij doen, maar hij gebruikte steeds vaker langere delen H-balk.
[Filmbeelden uit Ritme in Staal en IJzer, KRO]
RADARWEG
1985. De Lus
Radarweg, Amsterdam. 13,5 meter hoog
Eigenaar: Gemeentelijk Havenbedrijf
Constructie
Twee einden van een lange balk met een vierkant profiel staan haaks op elkaar, soepel verbonden doordat de balk een lus van bijna 360 graden maakt. Volten maakte de schaalmodellen zelf. Het grote kunstwerk is in een fabriek gemaakt, waarbij de RVS bekleding van de vlakken op een metalen frame werd gemonteerd.
HTS Zwolle
Oorspronkelijk stond het kunstwerk op het plein bij de Calo/Pabo in Zwolle (nu Windesheim). Je ziet op de maquette hoe Volten een omgeving ontwierp die aansloot bij de beweging van de lus. Hij zei: “Dan moet je dat terrein gaan inrichten. Nou, dat zijn dingen waar ik graag over denk.” Want het ontwerp ontstond denkend, tekenen deed Volten niet, hij maakte hooguit weleens een krabbeltje.
Schaken en kunst
In het programma Klokhuis legde Volten in 1990 uit hoe ontwerpen bij hem ging. Als je op een schaakbord een stuk verschuift ontstaat er een ander spanningsveld. De hele situatie verandert. Dat is ook zo als je het kunstwerk een andere plek geeft of iets verschuift. Een maquette was voor Volten een schaakbord waarop hij de juiste posities zocht. Op de schermfoto’s legt hij uit hoe dat met de grote RVS-bollen bij het NOS-gebouw in Hilversum ging.
Een andere lus
1984, Station Lelystad (Wikimedia]
J.M DEN UYLSTRAAT
1978. Open kubus
J.M. den Uylstraat, Amsterdam-Geuzenveld
Graniet, snijvlakken gepolijst, buitenzijde bruut resp. ruw afgewerkt
Hoogte 2.75 meter, gewicht 60 ton.
Foto: Klaas Vermaas
Een gespleten kubus
Het kunstwerk is gemaakt van een granieten kubus die met hellende zaagsneden is verdeeld in vier stukken. Die zijn aan de buitenzijden ruw gelaten, terwijl de snijvlakken tot vlak en spiegelend zijn gepolijst.
Voor de steengroeve was het een riskante klus, zo’n blok gaaf uit een wand vrij te maken en het ook bij bewerking heel te houden. Er was altijd een kans dat het blok of een van de delen zou splijten
Positionering
André Volten maakte ook voor de plaatsing een ontwerp: de positie van de blokken ten opzichte van elkaar, de grootte van het vierkant waarop die geplaatst moesten worden en de ‘bestrating’ van het perk.
Ook de plek waar het moest komen te staan was nauwkeurig bepaald.
Verplaatst
Er zijn geen foto’s gevonden van de wijze waarop het werk in sportpark De Eendracht stond. Grote veranderingen maakten het noodzakelijk het werk te verplaatsen. In de J.M. den Uylstraat moest er opnieuw een stevige fundering worden gemaakt. Het kunstwerk staat nu op dezelfde wijze gegroepeerd in de berm tussen een ventweg en de hoofdweg van de J.M. den Uylstraat.
[Documentatie RKD]
LAAN V. ARDENNEN
1994. Zuil van gestapelde kubussen
Belgiëhof, tussen Laan van Vlaanderen en Laan van Ardennenstraat, Amsterdam Slotervaart
Hoog 7 meter
Kolom en plein
Het ontwerp dat André Volten maakte voor het binnenplein van het hoofdkantoor van Eigen Haard omvatte:
• een stalen kolom opgebouwd uit gestapelde kubussen, 7 meter hoog,
• een patroon van 44 kubussen, van gepolijst graniet (50x50x50 cm)
• de betegeling van het plein.
De kolom is zo geconstrueerd dat er op elk niveau één kubus ontbreekt, de lege vakjes elkaar niet raken en het bovenste en onderste lege vakje diagonaal tegenover elkaar staan.
Verplaatst
De kolom is later in overleg met Volten verplaatst naar de binnentuin tussen de Laan van Vlaanderen en de Ardennenlaan. De zitelementen zijn spoorloos verdwenen.
Bustocht
De foto’s zijn gemaakt bij de viering van de 70ste verjaardag van André Volten in 1995. Het ontwerp was toen nog maar kort voltooid. Er werd met familie en vrienden een bustocht gemaakt langs verschillende kunstwerken in de openbare ruimte en in tuinen bij vrienden.
SLOTERWEG/SIEGERPARK
1964. Constructie in DIN 20
180 cm. hoog
Herkomst
Dit H-balken kunstwerk was in 1964 te zien op de Triënnale Milaan, in 1966 in de grote André Volten-tentoonstelling in het Stedelijk Museum Asterdam en in 1968 op de Grosse Kunstausstellung München 68. De RAI kocht het werk in 1968 van de kunstenaar ter gelegenheid van de bouw van de Amstelhal en gaf de sculptuur daarna in langdurig bruikleen aan het Stedelijk Museum. Daar stond het tot 1987 in de tuin. Sinds 1998 staat het in het Siegerpark in Amsterdam Nieuw-West en daar blijft het ook staan.
Schaalmodel
Zoals bij elk groot kunstwerk van Volten, maakte hij ook van dit werk eerst een schaalmodel (1:2). Dit werd aangekocht door architect Ben Smit en is nog steeds onderdeel van een particuliere collectie.
Vergelijking
In de collectie van Atelier Volten is een even groot H-balkenwerk waarvan ook een schaalmodel (1:3) aanwezig is. (Foto’s rechts.) Leerlingen van Werkspoor maakten met gebruik van dat kleine model ook een groot exemplaar (ca. 1.80 meter). Dat Volten het werk niet zelf laste, was niet vreemd. Grote kunstwerken liet hij meestal naar voorbeeld van zijn schaalmodellen in een fabriek maken. Het was een mooie opdracht voor leerlingen die daarbij het meten, zagen, passen en lassen naar een schaalmodel konden toepassen.
Schaalmodellen
Voor de Constructie in DIN 30 maakte Volten ook een schaalmodel. Op de foto zie je het naast de grote constructie in aanbouw staan. Dat werk werd gedaan in de Noord Amsterdamse Machinefabriek om de hoek van het atelier op de Asterweg. Dat was makkelijk voor Volten: hij kon zo het werk gemakkelijk volgen en aanwijzingen geven. Het lijkt erop dat de balken of delen van het kunstwerk vooraf verzinkt zijn.
Het kunstwerk werd daarna in delen vervoerd naar de Bezuidenhoutseweg in Den Haag waar alles aan elkaar werd gelast. Het model ging mee als ‘werktekening’.
[Zwartwit foto’s Ulkoja]
OOSTOEVER
1966. Constructie in DIN 30
Staal
Volten zei: “hoogte 9.60 m, lengte 27 m, gewicht tussen de 40.000 en 50.000 kg, materiaal DIN 30, verzinkt en voorzien van een finish van grafiet.”
Schaalmodel
Het schaalmodel (1:3) staat sinds ca. 2000 aan de Nieuwe Wal in Hoorn. Daarvoor was het in particulier bezit.
Er zijn filmbeelden waarin te zien is hoe het schaalmodel bij het atelier werd gemaakt en verzinkt werd bij Verzinkerij Joh. Vis aan de Distelweg in Amsterdam-Noord.
André Volten in Stedelijk Museum Amsterdam
In 1966 was er een grote eenmanstentoonstelling van André Volten in het Stedelijk Museum van Amsterdam. In de Van Baerlestraat stond dit grote driedelige werk.
Rechtsachter zie je door de ruiten het grote werk buiten staan.
Zwaar en duur
Het werk mocht twee jaar blijven staan maar werd niet verkocht. In 1968 mocht het verhuizen naar de Sloterplas, maar de kosten waren voor Volten. Hij had zich in de schulden gestoken door aankoop staal, productie door de fabrieken, retourtransport en plaatsing aan de Sloterplas. Hij moest jarenlang de schulden daarvan afbetalen.
[Foto’s o.a. Ulkoja en fimbeelden uit Ritme in Staal en IJzer, KRO]
Uiteindelijk aangekocht door Amsterdam
12 april 1995 schreef Volten een brief aan Burgemeester en Wethouders van Amsterdam. Hij had voor de grote tentoonstelling die in 1996 in Duisburg zou plaatsvinden jarenlang bijna al zijn geld geïnvesteerd. Samen met zijn assistenten had hij meer dan dertig nieuwe messing kunstwerken gemaakt. Hij hoopte dat de Gemeente hem uit de brand kon helpen door alsnog het grote werk aan de Sloterplas aan te kopen. Voor de dagelijkse middelen van bestaan had hij geld nodig en aankoop door de gemeente van het grote werk aan de Sloterplas -dat daar toch bijna dertig jaar gratis had gestaan – zou hem die ruimte geven.
Uiteindelijk werd het werk in 1996 aangekocht voor f 100.000.
NOORDERAKERWEG
G. VAN AEMSTELPARK
Gestapelde kubus en balken
Deze kunstwerken stonden bij scholen in Buitenveldert en Osdorp, en zijn daarna verplaatst
Het beeld uit de A.J. Ernststraat ging naar het Gijsbrecht van Amstelpark, het werk aan de Osdorperweg kreeg daar een andere plaats
Kleur voor scholen
Bij werk voor scholen week André Volten af van zijn stelregel alleen de natuurlijke kleur van het materiaal te gebruiken. Overigens liet hij ijzeren en stalen kunstwerken verzinken tegen roest en maakte hij die daarna zwart met kachelpoets.
Ulkoja
Voordat de werken van de Osdorp een kleur kregen werden die tentoongesteld in De Doelen in Rotterdam, samen met werk van Ad Dekkers. Toen waren die kunstwerken nog monochroom.
Op de foto is ook het ontbrekende werk te zien dat in de Dijkhuizenstraat gestaan moet hebben bij een school in Amsterdam-Nieuwendam. Een vergelijkbaar werk, maar dan gemaakt van gestapelde buizenkubussen staat bij een school voor voortgezet onderwijs in Nijverdal.
Vergelijk
Een andere buizen-kubus bevindt zich in de collectie van Kröller-Müller Museum (buiten te zien).
[Kröller-Müller Museum en RKD]
KEIZER KARELWEG
1986. Opengeklapte kubus
Gepatineerd messing
1.80 x 1.80 x 1.80 m
Ontwerper en ontwerp
De Koninklijke Vereniging van Grafische Ontwerpers (KVGO) gaf een vrije opdracht aan ontwerper André Volten. Maar het kunstwerk moest heel snel in de hal van het grote kantoor komen te staan, waar personeel lunchte en recepties werden gehouden. Een bestaand model vond men wel mooi, maar het bleek met 3,5 ton veel te zwaar voor de hal.
Beperkingen als mogelijkheden zien
Hooguit 300 kg per m2 werd toen de leidraad. Erg weinig voor werken met staal, messing en graniet. Daarom koos Volten bewust niet voor compactheid en zo ontstond de opengeklapte kubus. Het houten model had nog wat dikke ribben.
Beperkingen als mogelijkheden zien
De maatvoering moest ‘menselijk’ zijn, men moest er op kunnen leunen. In totaal werd het met kubussen van 50x50x50 cm een messing kunstwerk van 1.80x1.80x1.80 m. groot en 1,5 ton zwaar.
Patineren noodzakelijk
Volten koos voor preventief patineren. “Ik maak zelf zure regen. Dat glimmende kan niet in een openbare ruimte waar men zijn vingers niet thuis kan houden. Ik wilde toch een relatiepunt? Daar horen aanrakingen bij. Laat ze er maar aan voelen.” En hij voegde de daad bij het woord.
Verplaatst
Door de verplaatsing naar de middenberm van de drukke Keizer Karelweg is het kunstwerk geen ‘relatiepunt’ meer.
[KVGO]
VAN BOSHUIZENSTRAAT
1964. Constructie van balken
Bij de Bethelkerk in de Van Boshuizenstraat, Amsterdam
Constructie
In alle H-balk constructies plaatst André Volten de balken consequent horizontaal en verticaal. Bij dit werk ook. Door de lange balken naar boven toe dichter bijeen te plaatsen lijkt het net of ze naar elkaar toe buigen. De toren staat niet voor niets los van de kerk.
Anarchist, kerk en staat
De vader van André Volten was principieel anarchist en atheïst, hij duldde absoluut geen baas of god boven zich.
Vader Volten staat hier met zijn zoon Nico bij de roeiboot. Hij bleef tot zijn dood autonoom visserman die, als het seizoen dat toeliet, met een roeiboot op het IJsselmeer viste en anders thuis sigaren draaide.
Ulkoja
André volgde hem in die opvattingen, zij het uiteindelijk meer filosofisch dan praktisch.
Voor deze kerk in Buitenveldert maakte Volten een toren, voor de Thomaskerk in Zuid een kandelaar en voor een kerk buiten Amsterdam een doopvont. Voor zijn grote opdrachten was hij via de percentageregeling afhankelijk van subsidie van het Rijk en voor grote opdrachten zoals die voor de Jaarbeurs van het grote geld van het bedrijfsleven.
Eindh. Dgbl, 1969
Autonoom
Als lid van de Raad voor de Kunst – eerst namens de BKR, later als kroonlid – was Volten volstrek autonoom. Hij adviseerde de overheid kritisch en stelde daarbij het recht op creativiteit naast het recht op arbeid en brood.
Ook in het ontwerpen van zijn kunstwerken was Volten ondanks de afhankelijkheid van opdrachtgevers volstrekt autonoom.
Geometrisch abstract
Hij werkte vanaf eind jaren vijftig consequent abstract geometrisch. Als je de ontwikkeling van zijn werk bekijkt, zie je dat hij de mogelijkheden van een beperkt arsenaal geometrische figuren verkent door met eenvoudige transformaties telkens nieuwe effecten te bereiken. Van strikte herhaling is geen sprake, elk werk heeft een eigen karakter.
[Delpher]
FOPPINGADREEF
Constructie van lange balken
Poppingadreef, Amsterdam ZO
Roestvrij staal, geschaafd en geslepen
Afmetingen 13x3x2.5 m
Roestvrijstaal van AVEDKO
In de periode 1967-1990 liet André Volten zijn kleine en grote kunstwerken van roestvrij staal (RVS) in Dordrecht bij AVEDKO maken. Er ontstond een vriendschap met Piet Kooman (Baas Piet), de directeur, en een nauwe relatie met Marius, die zijn belangrijkste uitvoerder daar werd. Ook dit grote werk voor de ABN AMRO in Amsterdam ZO werd door AVEDKO gemaakt en geplaatst. Volten leverde een ijzeren schaalmodel, de werktekeningen van het kunstwerk en de funderingen werden in de fabriek gemaakt.
Componist, orkest en dirigent
Bij de werkzaamheden in de fabriek was Volten op belangrijke momenten aanwezig. Hij was de componist van het werk, hij beschouwde de fabriek als zijn orkest en de werknemers als de orkestleden. Bij hun werk was hij op beslismomenten de dirigent. Die jarenlange samenwerking kwam ten einde toen Baas Piet was overleden en Marius door ziekte en problemen thuis niet meer actief kon zijn.
Messing als uitkomst
Aan een relatie met een andere fabriek wilde Volten niet meer beginnen. Hij schakelde geheel op messing over, waar hij in het atelier al lange tijd, samen met zijn assistenten, mee werkte. Hij had daarvoor gespecialiseerde apparatuur. In 1995 presenteerde André Volten ruim 50 kunstwerken van messing, waarvan het merendeel na de RVS-periode was gemaakt.
[ABN AMRO en Documentatie RKD]
HOGEHILWEG
1984-85. Knopenconstructies in RVS
Hogehilweg, Amsterdam ZO
Constructie
André Volten duidde de onderdelen van dit kunstwerk aan als ‘knopen’. De kleine knopen zijn gemaakt met rechthoeken van kniebuizen in RVS. Vier grote en vier kleine. Die zijn met elkaar ‘verknoopt’ of eigenlijk houden ze elkaar vast als schakels. Dezelfde werkwijze is bij de verticale knoop toegepast, zij het dat het geheel is gekanteld en de knoop op z’n kant staat.
Radiatoren of dingen in een ruimte
Voor TNO in Apeldoorn maakte Volten in 1970 drie ‘knopen’ die dezelfde kubusvorm hebben. Twee daarvan staan in de tuin van het Kröller-Müller Museum, een staat in het depot van Museum Boijmans van Beuningen. De knopen zijn gelijk van vorm maar door Volten elk anders neergezet. Het ijzer is gelakt en bij het exemplaar van Boijmans erg verweerd.
Veel personeelsleden bij TNO ergerden zich aan de knopen, het leken wel radiatoren. Op bezoek aan een tentoonstelling in het TNO-gebouw legde Volten hen uit dat het bij kunst om een andere manier van kijken gaat. ‘Als je met knieën en radiatoren werkt’, dan kijk je met de bril van een technicus. In een kunstwerk zijn die buizen op een andere manier gebruikt. Kunst vraagt je altijd om je vaste manier van denken los te laten, onbevangen te zien wat je ziet.
Je ziet dingen die je niet kent en die je niet verwacht. Ze zijn wat ze zijn. Dingen tussen andere dingen.
[TNO, Kröller-Müller Museum, Museum Boijmans van Beuningen]
DRIEMONDWEG
1976-78 Compositie van smalle RVS-buizen
Lengte 170 m
Waterleidingbedrijf Driemond
Niet voor bezoek geopend
Terreinplastiek
Het kostte André Volten twee jaar dit kunstwerk te realiseren. Het is een terreinplastiek bestaande uit een kanaal met een betonnen plateau waarop roestvrij stalen buizen leunen die uit het water oprijzen of uit de weidegrond. Deels rechtop, deels naar elkaar toe hellend.
Het kunstwerk moest een afscherming zijn, een personeelsingang markeren en een beeldende overgang vormen met het omliggende terrein van de Gaasperplas. Voor het materiaal zijn buizen gebruikt als symbool voor de materialen die de waterleiding zelf gebruikt. Voor de afscheiding is een sloot gegraven.
Het is jammer dat het terrein niet voor publiek geopend is.
André en Sophie bij het kunstwerk.
Het water is onderdeel van het kunstwerk
Bij elke sculptuur spelen de opengelaten vlakken en de ruimte er omheen net zo goed mee als de gedaante van het kunstwerk. Bij dit kunstwerk dat deels in het water staat spelen de weerspiegeling van de buizen en de breking van de buizen onder water ook een rol.
Buitenbeeld, RKD en Google Earth
Links rechtopstaande buizen in de sloot en op het land tot aan het hek.
Buitenbeeld, RKD en Google Earth
Rechts aan het eind van de sloot de opstaande buizen.
AMC MEIBERGDREEF
1968-86. Kubus in koper
Koper en graniet
AMC
Van alle kanten bekijken
André Volten gebruikte in zijn werken nooit volstrekte symmetrie. De grote kubus bestaat uit 8 kleine kubussen die wel symmetrisch geplaatst zijn. Maar als je om het werk heen loopt zie je dat elke kant anders is. Vergelijk het grote werk in het AMC met dit kleine schaalmodel dat vanuit de tegenovergestelde hoek is gefotografeerd.
Variaties op een kubus
Het werk van Volten is consequent abstract geometrisch. Verhoudingsgewijs heeft hij bijvoorbeeld erg veel variaties op een kubus gemaakt. Er is nooit sprake van herhaling of wetmatigheid. Hieronder enkele voorbeelden.
[AMC]